Of een bodemverontreiniging gesaneerd wordt, hangt af van de risico’s die de verontreiniging met zich meebrengt. Een specifiek voorbeeld hiervan is de situatie waarin een verontreiniging in het grondwater opkwelt naar het oppervlaktewater. De vraag is of er dan een risico ontstaat voor het oppervlaktewater? Bioclear earth helpt niet alleen met de technische onderbouwing (wat gebeurt er precies met de verontreiniging en hoe kun je de situatie beheersen), maar ook met de beleidsmatige/juridische afweging van deze situatie.
Het mooie is, dat een verontreiniging die opkwelt in het oppervlaktewater eerst de waterbodem moet passeren. Deze bestaat meestal uit een sliblaag, een natuurlijk reactorvat met daarin verborgen een verzameling van natuurlijke processen, die niet altijd optreden in de bodem of in het oppervlaktewater zelf. Deze (biologische filterings)processen zorgen ervoor dat een opkwellende grondwaterverontreiniging lang niet altijd voor problemen hoeft te zorgen in het oppervlaktewater. Sterker nog: wanneer de natuurlijke processen in een sliblaag goed werken en de verontreiniging afbreken, is het beter om dit biologische systeem niet te verstoren met allerlei maatregelen. Met te veel actie, staan we dan de natuur juist in de weg.
Bioclear earth heeft veel ervaring met het onderzoeken en onderbouwen van natuurlijke afbraak- en vastleggingsprocessen in waterbodems. Het onderbouwen en toepassen van deze processen als (onderdeel van de) oplossing voor bodemverontreinigingen hebben we NAWaBo genoemd: Natuurlijke Afbraak in WaterBodems. Bij elke locatie en type verontreiniging ontwerpen we een onderzoeksaanpak op maat. Het onderzoek bestaat uit monsternames van grondwater, oppervlaktewater en de sliblaag, diverse chemische en microbiologische analyses op de monsters, aangevuld met berekeningen. We brengen in beeld of in het slib de juiste micro-organismen aanwezig zijn om de betreffende verontreiniging af te breken en tonen we aan of er daadwerkelijk afbraak optreedt.
Het opkwellen van verontreiniging in oppervlaktewater wordt ook wel NLO genoemd: natuurlijke lozing op het oppervlaktewater. Het toetsingskader hiervoor is niet eenduidig, omdat zowel de Wet bodembescherming als de Waterwet én verschillende interpretaties van deze wetten een rol spelen. Juist omdat je op het grensvlak van bodem en water zit, zijn er altijd meerdere partijen bij de beoordeling betrokken. Daarom heeft Bioclear earth, naast de technische onderbouwing, vanaf de eerste NAWaBo-toepassing in 2010 meegedacht met gemeenten en waterschappen over de beleidsmatige onderbouwing van deze oplossing. Ons uitgangspunt is dat een oplossing pas goed is, als deze zowel technisch als beleidsmatig en juridisch klopt. Als dat laatste op een locatie niet vanzelfsprekend is, brengen we de betrokken partijen bij elkaar en begeleiden we ze naar een gezamenlijke afweging van de beste aanpak of beoordeling van de situatie.
In 2020 is door Rijkswaterstaat een vernieuwde ‘Handreiking NLO’ opgesteld voor het beoordelen van ‘lozingen’ van grondwaterverontreiniging op oppervlaktewater. Wij zijn gevraagd aan de hand van de conceptversie van deze handreiking een beoordeling uit te voeren van een al sinds de jaren ‘80 lopende bodemsanering. Gedurende de laatste jaren waren de actieve maatregelen op deze locatie afgebouwd. De restverontreiniging en met name het opkwellen daarvan in een watergang en de natuurlijke afbraak in de waterbodem werden gemonitord.
Ten behoeve van de toetsing op basis van de Handreiking NLO hebben we drie saneringsvarianten uitgewerkt en op kosten gezet: ontgraving van de restverontreiniging, opnieuw opstarten van de geohydrologische beheersing van de pluim én het toepassen van NAWaBo. De laatste variant, die nu in de praktijk al wordt toegepast, bleek het meest kosteneffectief en bovendien volledig te voldoen aan de immissietoets. Met deze toets bepalen we of een lozing geen onaanvaardbaar effect heeft op het ontvangende oppervlaktewater. Hiermee kan, om in lozingsvergunningstermen te spreken, NAWaBo op deze locatie beschouwd worden als Best Beschikbare Techniek.
Onze ervaring is, dat in de meeste gevallen een goede technische onderbouwing van de werking van NAWaBo voldoende is om te onderbouwen dat (aanvullende) sanering van een grondwaterverontreiniging niet nodig is. Mocht dit wel nodig zijn, dan kunnen wij u ook helpen bij het ontwerp, begeleiding en monitoring van de benodigde maatregelen, bijvoorbeeld het stimuleren van de natuurlijke afbraak van de verontreiniging in bodem en waterbodem.
Heeft u te maken met een grondwaterverontreiniging die opkwelt in oppervlaktewater? Wilt u weten wat het effect is op het oppervlaktewater, welke regels momenteel gelden en of NAWaBo voldoende is om de verontreiniging te beheersen? Neem contact op met Adri Nipshagen of Cirsten Zwaagstra.