In de afgelopen decennia is er een hoop verbeterd als het gaat om milieuproblematiek en zijn er milieurichtlijnen in het leven geroepen voor zaken zoals milieubelasting door industriële chemicaliën, verzuring en uitspoeling van nutriënten. Alleen, technologisch gezien verandert de wereld om ons heen erg snel. Willen we het milieu ook in de toekomst goed beschermen dan moeten we op tijd inspelen op deze veranderingen.
In het verleden was de productie van industriële chemicaliën gericht op het in grote volumes produceren van bulkstoffen. Momenteel vindt er een verschuiving plaats naar meer gespecialiseerde verbindingen, die in kleinere volumes worden geproduceerd. Ook wordt de tijd die nodig is om nieuwe technologieën en producten op de markt te brengen steeds korter. Hierdoor hebben we minder tijd om vast te stellen welke risico’s deze stoffen met zich meebrengen voor ons milieu.
Naast industriële chemicaliën komen er ook regelmatig nieuwe farmaceutische middelen en gewasbeschermers op de markt. Daarnaast worden we geconfronteerd met stoffen zoals microplastics en nanodeeltjes, maar ook ziekteverwekkende micro-organismen. Al deze stoffen kunnen ons (drink)water en onze bodem belasten.
Een positieve ontwikkeling is dat we stoffen in steeds lagere concentraties kunnen meten. Specifieke analyses zijn niet meer nodig. De tests zijn zo gevoelig dat ze ook stoffen aantonen waar je niet direct naar op zoek bent. Steeds vaker treffen waterbedrijven, mede dankzij deze nieuwe analysetechnieken, stoffen aan in het oppervlaktewater en grondwater waarvoor geen drinkwaternormen zijn vastgesteld. Over de risico’s van deze stoffen is vaak nog maar weinig bekend.
Voor de provincie Groningen en het Waterbedrijf Groningen vormden deze nieuwe, opkomende stoffen aanleiding om de koe bij de horens te vatten en te komen tot het formuleren van een nieuw beleid. Het nieuwe beleid is gericht op stoffen of micro-organismen (ziekteverwekkers), waarvoor nog geen normen zijn afgeleid en die mogelijk schadelijk zijn voor mens en milieu. Om dit beleid handen en voeten te geven heeft Bioclear earth een routekaart ontwikkeld. Deze routekaart geeft in een stroomschema aan welke acties kunnen worden ondernomen als een niet-genormeerde stof wordt aangetroffen in het milieu. Afhankelijk van het type en de omvang van verontreiniging zijn, voor verschillende situaties, mogelijke acties gedefinieerd met daarbij ook een duidelijke rolverdeling voor de betrokken partijen (provincies, waterbedrijven, omgevingsdiensten, gemeenten en waterschappen). Kortom: wie doet wat om verdere verspreiding te voorkomen en wie is verantwoordelijk voor het wegnemen van risico’s. Het door Bioclear earth opgestelde rapport - Aanbevelingen voor beleid niet-genormeerde stoffen - is inmiddels overgenomen en verspreid door Rijkswaterstaat.
Wilt u meer informatie over omgaan met niet-genormeerde stoffen en onze routekaart? Neem dan contact op met Cirsten Zwaagstra of Adri Nipshagen.