"Veenlandschappen, vaak aangeduid als de 'koolstofbanken' van de natuur, spelen een cruciale rol in de strijd tegen klimaatverandering en het behoud van onze leefomgeving. Deze opmerkelijke gebieden slaan een immense hoeveelheid koolstof op, ongeveer 450 tot 550 gigaton wereldwijd, wat neerkomt op ongeveer 30% van alle bodemkoolstof ter wereld.
Als veengebieden worden beschadigd door drainage of aantasting, kan deze opgeslagen koolstof vrijkomen in de atmosfeer in de vorm van kooldioxide (CO2), wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Onderzoek naar het herbevochtigen van veengebieden levert daarom waardevolle inzichten op in de mogelijkheden om de gezondheid en vitaliteit van deze belangrijke ecosystemen te herstellen in de strijd tegen klimaatverandering.
De belangrijke rol van veengebieden heeft geleid tot een bijzondere samenwerking tussen Bioclear earth, als partner in LANDMARC, en Stichting Blauwzaam. De belangrijkste missie van Blauwzaam is het samenbrengen van bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheden om duurzaam ondernemen te bevorderen. Dit sluit perfect aan bij LANDMARC's streven naar innovatief landgebruik om klimaatverandering tegen te gaan. In dit project richten we onze focus op de invloed van vernatting van veengebieden op de bodemmicrobiologie.
Ons onderzoek heeft een duidelijk doel: we proberen uit te zoeken hoe micro-organismen in de bodem de productie van broeikasgassen en de gezondheid van de bodem beïnvloeden in veengebieden die worden herbevochtigd. Concreet gezegd willen we begrijpen of herbevochtiging bepaalde bacteriën kan helpen groeien en de uitstoot van gassen die bijdragen aan klimaatverandering kan verminderen. Daarnaast zijn we geïnteresseerd in het effect van vernatting op micro-organismen die belangrijk zijn voor de bodemgezondheid.
Om ons onderzoek af te trappen, hebben we bodemmonsters verzameld op drie locaties die door Blauwzaam zorgvuldig werden geselecteerd. Deze locaties bevinden zich op drie verschillende boerderijen. Elke boerderij heeft zijn eigen unieke kenmerken. Boerderij A en B liggen dichter bij zee en hebben nattere omstandigheden, terwijl Boerderij C verder van zee gelegen is en kleiachtige grond heeft.
Elk van de boerderijen die we bestudeerden, vertoonde specifieke microbiële gemeenschappen die beïnvloed worden door de nabijheid van de zee. Interessant is dat het bevochtigingsproces resulteerde in een afname van de microbiële diversiteit, voornamelijk door veranderingen in het zuurstofniveau in de bodem. Als gevolg daarvan floreerden bepaalde anaerobe micro-organismen, terwijl de groei van sommige andere soorten werd geremd.
Hoewel we voorzichtig zijn met het trekken van definitieve conclusies vanwege de unieke kenmerken van de onderzoekslocaties, zijn er toch enkele belangrijke bevindingen naar voren gekomen.
Op de herbevochtigde locaties werd een toename waargenomen van plantengroeibevorderende bacteriën, met name van het geslacht Bacillus. Deze micro-organismen staan bekend om hun vermogen om de bodemkwaliteit en de nutriëntenkringloop te verbeteren. Ze spelen een essentiële rol in de algehele bodemgezondheid en dragen bij aan een gezonde plantengroei.
Op boerderij C, die verder van zee ligt, vonden we meer stikstofbindende bacteriën en minder microben die betrokken zijn bij het denitrificatieproces. Dit zou kunnen leiden tot minder uitstoot van stikstofoxide in het opnieuw bevochtigde gebied in vergelijking met de controle. De eerste bevindingen over koolstofbindende microben en methaanemissies of -opname toonden geen significante verschillen met de controle. Daarom staan aanvullende analyses op genetisch niveau op de planning, waarmee we de precisie willen vergroten en ons begrip van deze microbiële processen in de bodem en hun implicaties willen verdiepen.
Onze samenwerking heeft waardevolle inzichten opgeleverd over het complexe proces van veenlandrevitalisatie. Hoewel elk bedrijf unieke resultaten heeft, is het cruciale belang van plantengroeibevorderende bacteriën en hun invloed op de stikstofcyclus in veengebieden evident. Met verdere analyse zullen we ongetwijfeld ons begrip van koolstofvastlegging verdiepen, allemaal in het streven naar duurzaam veenlandbeheer.
En uiteindelijk draait het niet alleen om het herstel van veengronden; het draait om het beschermen van de toekomst van onze planeet.
This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 869367.
Wilt u meer weten over dit project, neem dan contact op met Eline Keuning of Afnan Suleiman.