Wanneer een gebied is verontreinigd met minerale olie of aromatische verbindingen zoals benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen en naftaleen (BTEXN), kan de vervuiling worden aangepakt door middel van een biologische aanpak die we biosparging noemen. We maken slim gebruik van aërobe olie- en BTEXN-afbrekende bacteriën, die al in de bodem aanwezig zijn. De diepere bodemlagen en het grondwater zijn overwegend zuurstofloos. Daarom brengen we lucht of zuurstof in de bodem en het grondwater via injectiefilters. Door de injectie van zuurstof worden aërobe olie- en BTEXN-afbrekende bacteriën gestimuleerd de verontreiniging af te breken.
Deze techniek is geschikt voor het ter plaatse (in–situ) saneren van zowel grond als grondwater en is dé meest geschikte methode voor verontreiniging met minerale olie. Ook grote vrachten minerale olie (tienduizenden mg/kg ds) kunnen op deze manier worden gesaneerd.
De saneringsduur varieert van één tot enkele jaren, afhankelijk van de concentraties, de soort verontreiniging en beluchtbaarheid van de bodem. Na het saneren van minerale olie blijft meestal een restverontreiniging achter in de grond. Deze bestaat uit immobiele zwaardere oliefracties zonder verspreidingsgevaar. In vergelijking met fysische in-situ technieken is de restverontreiniging na biosparging veel kleiner, omdat fysische technieken met name de vluchtige en/of oplosbare fractie van de vervuiling aanpakken. Met biologische afbraak wordt naast deze fracties ook een deel van de minder mobiele fracties verwijderd. De techniek is daarmee effectiever en bovendien duurzamer en goedkoper.
Wilt u meer weten, neem dan contact op met Adri Nipshagen.