Elk jaar wordt bij het onderhoud van bermen en natuurgebieden in Nederland ongeveer een miljoen ton gras geoogst. Omdat het ongeschikt is voor dierlijke consumptie moeten gemeenten dit gras op eigen kosten als afval afvoeren.
In het kader van het TKI project vergisting 2.0 ontwikkelden onderzoekers van Bioclear earth en TNO een methode om dit berm- en natuurgras te hergebruiken als grondstof, namelijk ruwe suikers. Suikers uit plantenresten zijn zeer geschikt als grondstof voor de productie van groene chemicaliën en bio-brandstoffen.
Grassen bevatten veel lignocellulose. Ze danken hun stevigheid aan dit vezelige en moeilijk afbreekbare materiaal. Lignocellulose bevat veel energie en is daardoor zeer geschikt als grondstof voor bio-energie. De kunst is deze energie vrij te maken. Door de slechte afbreekbaarheid is vergisting van lignocellulose jammer genoeg lastig, waardoor het economisch minder rendabel is.
Om vergisting te optimaliseren zijn in het project ‘vergisting 2.0’ twee verschillende voorbehandelingstechnieken gecombineerd om de afbreekbaarheid van lignocellulose te vergroten. Grassen werden eerst behandeld met Super-Heated Steam (TNO) en vervolgens behandeld met on-site geproduceerde enzymen (Bioclear earth). Hierdoor werd het vezelmateriaal ontsloten en omgezet naar suikerwater. Het geproduceerde suikerwater wordt vervolgens via biovergisting omgezet naar groen gas. Door vezelrijke materialen met deze technieken voor te behandelen kan er uit lastig afbreekbare reststromen tot 30x sneller en tot 2x meer biogas worden verkregen.
In de toekomst kan deze grondstof nog breder worden toegepast voor de productie van 2e generatie groene chemicaliën. Momenteel zijn TNO, Bioclear earth en Ekwadraat bezig met de opschaling en het verder marktrijp maken van deze technieken.
Wilt u meer informatie over dit project, of over andere mogelijkheden om waarde te creëren uit biomassa, neem dan contact op met Jeroen Tideman.