In 2017 zijn wij, op initiatief van en samen met de provincies Drenthe, Groningen en Friesland, van start gegaan met het project “Bodemgezondheid Noord-Nederland.” Het doel van dit project is: inzicht krijgen in de effecten van verschillende manieren van grondbewerking op de bodembiologie en daarmee de bodemgezondheid. Als we weten wat de effecten zijn, kunnen we vervolgens definiëren wat goed is voor de bodemgezondheid en wat niet, want een gezonde bodem is een toekomstbestendige bodem.
Een gezonde bodem is een bodem die in staat is water op te nemen en vast te houden, voedingstoffen bevat en een grote biodiversiteit aan bodemleven omvat, zoals bacteriën, schimmels maar ook wormen etc. Deze biodiversiteit zorgt voor de weerbaarheid en de vruchtbaarheid van de grond. We komen er steeds meer achter dat de dienstverlenende rol die het microbiële bodemleven in de bodem speelt enorm belangrijk is en dat we zuinig moeten zijn op deze onbetaalde medewerkers.
Onderzoek naar de bodembiologie in verband met bodemgezondheid is nog een nieuw terrein. De bodem bevat een schat aan informatie die we graag willen decoderen. Bioclear earth kijkt naar de bodem met behulp van DNA technologie. DNA technologie levert enorme hoeveelheden data op. Om deze data te kunnen verwerken en te interpreteren zijn wij een dataverwerkingstool aan het doorontwikkelen. Dankzij deze tool is de informatie die we uit de bodemmonsters kunnen halen vele malen groter geworden. We kunnen als het ware inzoomen in de bodem: eerst op soorten en vervolgens op functies.
Naast software analyses worden de data ook handmatig door ons bestudeerd: we vergelijken monsters op het voorkomen van bepaalde type bacteriën of schimmels. Deze trends worden gekoppeld aan wat er wetenschappelijk al bekend is. Zo weten we van steeds meer bacteriën wat hun functie is, bijvoorbeeld het stimuleren van wortelgroei of het beschermen tegen ziektes, maar ook welke micro-organismen juist voor problemen zorgen.
In het afgelopen jaar hebben we naar verschillende soorten van grondbewerking gekeken:
Om een tipje van de sluier op te lichten: we ontdekten grote verschillen tussen het grasland waar drijfmest was uitgereden en het land waar mest was geïnjecteerd. In het grasland waar vaste mest werd gebruikt, troffen we circa 50% meer bacteriesoorten aan. Na inzooming op functie zagen we meer diversiteit aan bacteriën die goed zijn voor planten (de zogenaamde Plant Growth Promoting Bacteria) bij het gebruik van vaste mest. Ook de andere cases leverden veel bruikbare informatie op.
Dit project is een eerste belangrijke stap in de richting van de gezonde bodem van de toekomst. In de komende jaren gaan we nog meer data verzamelen. Ook zal het aantal thema’s waarop wordt onderzocht nog verder worden uitgebreid (bijvoorbeeld bodemverdichting). Verder willen we onderzoeken hoe we onze dataverwerkingstool ook geschikt kunnen maken voor het inzoomen op schimmels en hun functies. Vanuit alles wat we ontdekken gaan we samen met de boeren en andere stakeholders bekijken hoe we deze kennis het beste kunnen gebruiken.
Wilt u samen met ons werken aan de bodem van de toekomst of wilt u meer informatie over dit project? Neem dan contact op met Eline Keuning.